Wetsvoorstel winstuitkering zorgverzekeraars aangenomen

 8 februari 2017 | Blog

De Tweede Kamer heeft het initiatiefwetsvoorstel Verbod Winstuitkering door zorgverzekeraars aangenomen. Het voorstel van de leden Leijten, Bruins Slot en Bouwmeester lijkt op het eerste gezicht goed voor alle burgers, maar is om een aantal redenen een slechte stap voor de Nederlandse zorg.

Bij de totstandkoming van de Zorgverzekeringswet is bedacht dat zorgverzekeraars de ziekenfondsreserves konden aanwenden ter uitvoering van de zorgverzekering. Het was vanzelfsprekend ongewenst als reserves die waren opgebouwd in een publiekrechtelijke omgeving, onmiddellijk uitbetaald zouden worden aan aandeelhouders of de leden. Daarom is een verbod van tien jaar op uitkering van die reserves opgenomen, welk verbod later is verlengd tot 2018. Iedereen die zaken doet met de overheid moet nerveus op zijn stoel gaan schuiven wanneer een dergelijke belofte wordt gebroken en het tijdelijke verbod permanent gemaakt wordt. Daarnaast wordt in het wetsvoorstel het verbod uitgebreid: het slaat niet alleen op de ziekenfondsreserves, maar ook op de vermogenswaarde die tot stand is gebracht met eigen geld. Voor van oudsher particuliere verzekeraars als De Amersfoortse en ONVZ betekent deze uitbreiding dat nu ook aan hen beperkingen worden opgelegd om te beschikken over hun eigen geld. Die opzichtige inbreuk op een wettelijke toezegging zou wellicht verdedigd kunnen worden wanneer de afgelopen tien jaar nieuwe inzichten zou hebben opgeleverd. Dat is niet het geval. De argumenten voor het wetsvoorstel zijn in 2017 even zinnig of onzinnig als in 2006.

Premieverlaging dichterbij?
Dat brengt ons bij een tweede bezwaar. Het wetsvoorstel is inhoudelijk gebrekkig. De indieners vermelden in de toelichting te willen voorkomen dat 'financieel profijt van maatschappelijk ingelegde middelen naar een externe partij' verschuift. In plaats daarvan moeten ze het besteden aan 'doelen ter verbetering van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg'. Premieverlaging heeft geen effect op kwaliteit en toegankelijkheid, maar op betaalbaarheid. Daarmee is gezegd dat de wet verbiedt dat winsten worden ingezet voor premieverlaging.

Stel dat premieverlaging wel zou mogen, brengt dit wetsvoorstel dit dan ook dichterbij? Nee, premieverhoging ligt meer voor de hand en daarmee hebben we een derde bezwaar te pakken. Nu vergroting van eigen vermogen, bijvoorbeeld in verband met tegenvallers, via de kapitaalmarkt niet kan, is de premie bijna de enige knop waaraan de zorgverzekeraar nog kan draaien. In ieder geval zal de zorgverzekeraar wel twee keer nadenken voordat hij eigen geld dat bijvoorbeeld verdiend is met de aanvullende verzekering inzet ter vergroting van het eigen vermogen. Want ook die inleg kan daarna alleen nog besteed worden aan de doelen die Leijten, Bruins Slot en Bouwmeester in de wet hebben neergelegd.

In de vierde plaats zal de eventuele nieuwe wet de dynamiek in de zorgverzekeringsmarkt verder verkleinen. Als eigen vermogen niet via uitgifte van aandelen verkregen kan worden, zullen de vereiste hoge buffers via premies binnengehaald moeten worden. Daarmee is de kans dat een nieuwe zorgverzekeraar zich op de markt meldt, nog verder naar het nulpunt gebracht.

Schending eigendomsrecht
Tot slot, zelfs wanneer we ons laten overtuigen van de maatschappelijke wenselijkheid van dit voorstel, dan is het voorstel juridisch niet houdbaar. De verdragsrechtelijke bescherming van het eigendomsrecht verhindert dat de overheid zich zonder volledige financiële compensatie op deze wijze inlaat met eigendom van burgers en bedrijven. Het wetsvoorstel zal bij eerste rechterlijke toetsing sneuvelen. Daarmee gaat niets goeds verloren.

Juridisch advies, bijstand van een advocaat of meer informatie?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Klaas Meersma. 

Dit blog is onderdeel van de Nieuwsbrief Zorg. Wilt u ook op de hoogte worden gehouden van actuele juridische ontwikkelingen in de zorg? U kunt zich hier aanmelden voor de nieuwsbrief.

De Tweede Kamer heeft het initiatiefwetsvoorstel Verbod Winstuitkering door zorgverzekeraars aangenomen. Het voorstel van de leden Leijten, Bruins Slot en Bouwmeester lijkt op het eerste gezicht goed voor alle burgers, maar is om een aantal redenen een slechte stap voor de Nederlandse zorg.

Bij de totstandkoming van de Zorgverzekeringswet is bedacht dat zorgverzekeraars de ziekenfondsreserves konden aanwenden ter uitvoering van de zorgverzekering. Het was vanzelfsprekend ongewenst als reserves die waren opgebouwd in een publiekrechtelijke omgeving, onmiddellijk uitbetaald zouden worden aan aandeelhouders of de leden. Daarom is een verbod van tien jaar op uitkering van die reserves opgenomen, welk verbod later is verlengd tot 2018. Iedereen die zaken doet met de overheid moet nerveus op zijn stoel gaan schuiven wanneer een dergelijke belofte wordt gebroken en het tijdelijke verbod permanent gemaakt wordt. Daarnaast wordt in het wetsvoorstel het verbod uitgebreid: het slaat niet alleen op de ziekenfondsreserves, maar ook op de vermogenswaarde die tot stand is gebracht met eigen geld. Voor van oudsher particuliere verzekeraars als De Amersfoortse en ONVZ betekent deze uitbreiding dat nu ook aan hen beperkingen worden opgelegd om te beschikken over hun eigen geld. Die opzichtige inbreuk op een wettelijke toezegging zou wellicht verdedigd kunnen worden wanneer de afgelopen tien jaar nieuwe inzichten zou hebben opgeleverd. Dat is niet het geval. De argumenten voor het wetsvoorstel zijn in 2017 even zinnig of onzinnig als in 2006.

Premieverlaging dichterbij?
Dat brengt ons bij een tweede bezwaar. Het wetsvoorstel is inhoudelijk gebrekkig. De indieners vermelden in de toelichting te willen voorkomen dat 'financieel profijt van maatschappelijk ingelegde middelen naar een externe partij' verschuift. In plaats daarvan moeten ze het besteden aan 'doelen ter verbetering van de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg'. Premieverlaging heeft geen effect op kwaliteit en toegankelijkheid, maar op betaalbaarheid. Daarmee is gezegd dat de wet verbiedt dat winsten worden ingezet voor premieverlaging.

Stel dat premieverlaging wel zou mogen, brengt dit wetsvoorstel dit dan ook dichterbij? Nee, premieverhoging ligt meer voor de hand en daarmee hebben we een derde bezwaar te pakken. Nu vergroting van eigen vermogen, bijvoorbeeld in verband met tegenvallers, via de kapitaalmarkt niet kan, is de premie bijna de enige knop waaraan de zorgverzekeraar nog kan draaien. In ieder geval zal de zorgverzekeraar wel twee keer nadenken voordat hij eigen geld dat bijvoorbeeld verdiend is met de aanvullende verzekering inzet ter vergroting van het eigen vermogen. Want ook die inleg kan daarna alleen nog besteed worden aan de doelen die Leijten, Bruins Slot en Bouwmeester in de wet hebben neergelegd.

In de vierde plaats zal de eventuele nieuwe wet de dynamiek in de zorgverzekeringsmarkt verder verkleinen. Als eigen vermogen niet via uitgifte van aandelen verkregen kan worden, zullen de vereiste hoge buffers via premies binnengehaald moeten worden. Daarmee is de kans dat een nieuwe zorgverzekeraar zich op de markt meldt, nog verder naar het nulpunt gebracht.

Schending eigendomsrecht
Tot slot, zelfs wanneer we ons laten overtuigen van de maatschappelijke wenselijkheid van dit voorstel, dan is het voorstel juridisch niet houdbaar. De verdragsrechtelijke bescherming van het eigendomsrecht verhindert dat de overheid zich zonder volledige financiële compensatie op deze wijze inlaat met eigendom van burgers en bedrijven. Het wetsvoorstel zal bij eerste rechterlijke toetsing sneuvelen. Daarmee gaat niets goeds verloren.

Juridisch advies, bijstand van een advocaat of meer informatie?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit blog? Neem dan contact op met Klaas Meersma. 

Dit blog is onderdeel van de Nieuwsbrief Zorg. Wilt u ook op de hoogte worden gehouden van actuele juridische ontwikkelingen in de zorg? U kunt zich hier aanmelden voor de nieuwsbrief.