Transformatie van een gebouw zonder uit te breiden? Gewoon kruimelen!

 1 augustus 2018 | Blog

Als een bedrijfsgebouw wordt veranderd in een indoor speelparadijs, moet je dan spreken van een stedelijk ontwikkelingsproject? Die vraag heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 18 juli jl. beantwoord. Het antwoord luidt ontkennend. Daarom mocht de gemeente de functieverandering met "gewoon" een kruimelvergunning toestaan.  

Geen kruimelvergunning voor stedelijk ontwikkelingsproject
Voor een activiteit in strijd met het bestemmingsplan is een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik vereist. Zo'n vergunning kan in bepaalde categorieën gevallen op grond van de kruimelregeling (art. 2.12, lid 1, sub a, onder 2, Wabo in samenhang met art. 4, bijlage II Bor) worden verleend. Dan is alleen wel vereist dat het niet gaat om een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit mer (zie art. 5, zesde lid, bijlage II Bor). Een dergelijke activiteit is bijvoorbeeld de aanleg van een stedelijk ontwikkelingsproject (onderdeel D 11.2, kolom 1, van de bijlage bij het Besluit mer). Is hiervan sprake, dan mag dus geen kruimelvergunning worden verleend en moet de uitgebreide procedure worden gevolgd, inclusief in beginsel een verklaring van geen bedenkingen van de raad.

Stedelijk ontwikkelingsproject
Voor de beoordeling of sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject verwijst de Afdeling in de onderhavige uitspraak naar een eerdere uitspraak van 15 maart 2017. Daarin is bepaald dat het antwoord op de vraag of sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject in de zin van het Besluit mer, afhangt van de concrete omstandigheden van het geval, waarbij onder meer aspecten als de aard en de omvang van de voorziene wijziging van de stedelijke ontwikkeling een rol spelen. Het antwoord op de vraag of per saldo aanzienlijke negatieve gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan, is niet belangrijk.

In de onderhavige uitspraak oordeelt de Afdeling dat de transformatie van een perceel en bijbehorend leegstaand bedrijfspand dat gelegen is aan de rand van een industrieterrein met gemengd karakter, toegestaan kon worden met een kruimelvergunning. De verandering in een indoor speelparadijs voor laser gaming, bowling, een virtual reality bioscoop, simulatoren en indoor sporten en horeca betreft geen stedelijk ontwikkelingsproject. Daarbij wordt allereerst van belang geacht dat de functiewijziging niet gepaard gaat met een uitbreiding van bebouwing op het perceel en dat het gebruik van het perceel rondom het gebouw reeds in gebruik is als parkeerplaats en dit gebruik niet zal worden gewijzigd. Verder vindt de Afdeling het niet aannemelijk dat het gebruik een dusdanig andere verkeersversterkende werking heeft dat daarmee milieugevolgen gepaard gaan die ertoe dienen te leiden dat de ontwikkeling aangemerkt dient te worden als een stedelijk ontwikkelingsproject, zeker nu op grond van het bestemmingsplan bedrijvigheid (al) is toegestaan.

Geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte
De functiewijziging ging hier dus niet gepaard met een vergroting van het pand. Daardoor was ook slechts een vergunning "onderdeel  9" van de Kruimellijst (artikel 4 van bijlage II van het Bor) nodig en geen combinatie met toestemming voor een bijbehorend bouwwerk (onderdeel 1). Dat gold bijvoorbeeld ook voor de kruimelvergunning waarover de Afdeling 31 januari 2018 oordeelde, die het omzetten van woongerelateerde detailhandel naar grootschalige detailhandel toestond. Ook toen overwoog zij dat geen sprake was van een stedelijk ontwikkelingsproject, omdat het bebouwde oppervlak niet werd uitgebreid.

In de onderhavige uitspraak lijkt de aard van de functieverandering nog veel groter te zijn, maar is de conclusie nog steeds dat het niet om een stedelijk ontwikkelingsproject gaat. Kennelijk weegt het feit dat de bebouwing niet wordt vergroot, zwaar. Daarom zou voorzichtig geconcludeerd kunnen worden dat als voor een transformatie van een gebouw niet meer nodig is dan toestemming voor verandering van gebruik van een bestaand pand nodig is, dit altijd via een kruimelvergunning moet gebeuren.

Als een bedrijfsgebouw wordt veranderd in een indoor speelparadijs, moet je dan spreken van een stedelijk ontwikkelingsproject? Die vraag heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 18 juli jl. beantwoord. Het antwoord luidt ontkennend. Daarom mocht de gemeente de functieverandering met "gewoon" een kruimelvergunning toestaan.  

Geen kruimelvergunning voor stedelijk ontwikkelingsproject
Voor een activiteit in strijd met het bestemmingsplan is een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik vereist. Zo'n vergunning kan in bepaalde categorieën gevallen op grond van de kruimelregeling (art. 2.12, lid 1, sub a, onder 2, Wabo in samenhang met art. 4, bijlage II Bor) worden verleend. Dan is alleen wel vereist dat het niet gaat om een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit mer (zie art. 5, zesde lid, bijlage II Bor). Een dergelijke activiteit is bijvoorbeeld de aanleg van een stedelijk ontwikkelingsproject (onderdeel D 11.2, kolom 1, van de bijlage bij het Besluit mer). Is hiervan sprake, dan mag dus geen kruimelvergunning worden verleend en moet de uitgebreide procedure worden gevolgd, inclusief in beginsel een verklaring van geen bedenkingen van de raad.

Stedelijk ontwikkelingsproject
Voor de beoordeling of sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject verwijst de Afdeling in de onderhavige uitspraak naar een eerdere uitspraak van 15 maart 2017. Daarin is bepaald dat het antwoord op de vraag of sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject in de zin van het Besluit mer, afhangt van de concrete omstandigheden van het geval, waarbij onder meer aspecten als de aard en de omvang van de voorziene wijziging van de stedelijke ontwikkeling een rol spelen. Het antwoord op de vraag of per saldo aanzienlijke negatieve gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan, is niet belangrijk.

In de onderhavige uitspraak oordeelt de Afdeling dat de transformatie van een perceel en bijbehorend leegstaand bedrijfspand dat gelegen is aan de rand van een industrieterrein met gemengd karakter, toegestaan kon worden met een kruimelvergunning. De verandering in een indoor speelparadijs voor laser gaming, bowling, een virtual reality bioscoop, simulatoren en indoor sporten en horeca betreft geen stedelijk ontwikkelingsproject. Daarbij wordt allereerst van belang geacht dat de functiewijziging niet gepaard gaat met een uitbreiding van bebouwing op het perceel en dat het gebruik van het perceel rondom het gebouw reeds in gebruik is als parkeerplaats en dit gebruik niet zal worden gewijzigd. Verder vindt de Afdeling het niet aannemelijk dat het gebruik een dusdanig andere verkeersversterkende werking heeft dat daarmee milieugevolgen gepaard gaan die ertoe dienen te leiden dat de ontwikkeling aangemerkt dient te worden als een stedelijk ontwikkelingsproject, zeker nu op grond van het bestemmingsplan bedrijvigheid (al) is toegestaan.

Geen uitbreiding van de bebouwde oppervlakte
De functiewijziging ging hier dus niet gepaard met een vergroting van het pand. Daardoor was ook slechts een vergunning "onderdeel  9" van de Kruimellijst (artikel 4 van bijlage II van het Bor) nodig en geen combinatie met toestemming voor een bijbehorend bouwwerk (onderdeel 1). Dat gold bijvoorbeeld ook voor de kruimelvergunning waarover de Afdeling 31 januari 2018 oordeelde, die het omzetten van woongerelateerde detailhandel naar grootschalige detailhandel toestond. Ook toen overwoog zij dat geen sprake was van een stedelijk ontwikkelingsproject, omdat het bebouwde oppervlak niet werd uitgebreid.

In de onderhavige uitspraak lijkt de aard van de functieverandering nog veel groter te zijn, maar is de conclusie nog steeds dat het niet om een stedelijk ontwikkelingsproject gaat. Kennelijk weegt het feit dat de bebouwing niet wordt vergroot, zwaar. Daarom zou voorzichtig geconcludeerd kunnen worden dat als voor een transformatie van een gebouw niet meer nodig is dan toestemming voor verandering van gebruik van een bestaand pand nodig is, dit altijd via een kruimelvergunning moet gebeuren.